
De Europese regeringen rekenen meer en meer op biobrandstoffen als een goedkope manier om hun doelstellingen voor hernieuwbare energie te halen.
Biobrandstoffen of bio-energie was in 2012 goed voor 62% van het verbruik van hernieuwbare energie in de Europese Unie. Maar nieuwe bewijzen tonen aan dat het gebruik van bio-energie steeds meer controversieel wordt, vanwege de reële impact op het klimaat en op andere sociale en omgevingsfactoren.
Duurzame bio-energie speelt een rol in de transitie van Europa naar een energiesysteem gebaseerd op hernieuwbare energie en op energie-efficiëntie. Maar de EU moet vermijden dat er ernstige negatieve gevolgen zijn op het vlak van de uitstoot van broeikasgassen, de biodiversiteit en conflicten om grond.
4 voorzorgsmaatregelen
Daarom moet de EU 4 voorzorgsmaatregelen nemen voor bio-energie, als onderdeel van het klimaat- en energiebeleid van de EU tegen 2030:
- voer een bovengrens in voor het gebruik van biomassa voor energieproductie; die bovengrens garandeert dat deze energie duurzaam kan worden voorzien;
- garandeerd een efficiënt en optimaal gebruik van bronnen voor biomassa, in lijn met de principes van watervalgebruik;
- neem correcte normen voor CO2-registratie op voor biomassa;
- voer uitgebreide en bindende duurzaamheidscriteria in.
